Dag Papa,
Jij kon spreken met weinig woorden. Je sprak gevat,
serieus als het moest en geestig als het maar even kon,
met je bekende grijns en tinteling in je ogen.
Bescheiden, en eenvoudig als je was, zou je gezegd hebben
“je moet er nu ok gin heiligenverklaring van maken“, maar sta me toe een bescheiden poging te de doen om mijn bewondering in woorden uit te drukken.
Je zou het zelf nooit zo gezegd hebben, maar je was in alles ‘buitengewoon, ‘je wos nie geweune’.
Buitengewoon in alles wat je kon, in hoe je omging met anderen, en wie je was.
Ik bewonder je voor wat je allemaal kon
Je was een de duivel-doet-al, de homo universalis,
de man die alles kon en voor elk probleem een oplossing vond.
En vond je die niet direct, dan studeerde je en probeerde je.
Want “Met een bitje studie, komt e mens ol verre”, zei je als ik niet wist hoe het moest.
Met dat bitje studie verbouwde je meerdere keren ons huis praktisch helemaal zelf. Eén of twee stielmannen, meer heb ik er niet gezien in mijn jeugd. Je legde je toe op techniek en wetenschap, ruimtevaart, de geschiedenis van de stad en de streek, en notenleer toen je in Chorus startte.
Je technisch kunnen was buitengewoon. Je koos niet voor de gemakkelijkste weg, want moeilijk ging ook. Je ging voor kwaliteit in wat je deed, en niet in het minst in de afwerking ervan. Ik en vele anderen bewonderden je hiervoor, maar zélf bewonderde je ook wat anderen voor elkaar kregen.Bij elke editie van de Nocturnes zei je ‘Dedie van de Nocturnes, zidder ontzien niet”
Ik bewonder je in hoe je omging met anderen.
Je had een heel warm en zacht karakter, steeds geïnteresseerd, attent en luisterbereid. Je was de eerste om ter hulp te schieten, als iemand met een probleem zat.
Samen met jou geraakten familie en vrienden verhuisd, verbouwingen uitgevoerd, er werd er opgezet, afgebroken en opgekuist.
Je was overal an en bie, je hielp altijd en overal. Altijd op post, altijd aanwezig, altijd bezig, ook, en vooral, achter de schermen, als stille werker, en wat je voor of achter de schermen deed was vaak meer dan verwacht.
Het is dan ook onvoorstelbaar dat je er hier nu niet bij bent, dat jij hier nu voor de viering niet rar-rap rond loopt met je voorbereidingen in een mapje.
We hadden jouw ervaring en wijsheid de voorbije dagen zeer goed kunnen gebruiken.
Je ging zorgzaam om met anderen.
Zorgzaam in de toewijding en liefde voor mijn moeder. In de 26 jaar dat jullie samen waren, heb je met heel veel ijver en inzet aan ons gezin en huis gebouwd.
Zorgzaam voor mémé, je moeder, toen ze in het zorgcentrum te Zonnebeke kwam, waarbij je —als er hiervoor tijd vrijkwam- het animatieteam versterkte, een kooroptreden verzorgde, en zorgde dat je moeder of —als je moeder niet kon- iemand anders een wandeling of fietstocht kon maken.
Dat animeren heeft er eigenlijk al altijd ingezeten. We keren terug naar Heuvelland waar jij je 7 jaar jongere broer en zus op sleeptouw nam hen tal van opdrachten voorschotelde, schietlappen en een klakkebusse maakte (wat je later ook voor mij deed), en bij de KLJ, waar je de leiding nam over een groep jonge gasten.
‘Je hield vooral van kinderen en de kinderen hielden van jou’. Dit zeg ik niet zomaar, maar lees ik af van het rouwkaartje van jouw pa, mijn grootvader, Paul Rosseel. Dat is ook helemaal hoe jij was.
De warmte waarmee Peter Jef en mijn moeder door mijn grootvader werden opgevangen toen ze een echte thuis moesten misten is heel gelijklopend met de manier waarop je later, toen je Claudine leerde kennen, haar drie zonen in je armen hebt gesloten en voor hen een echte vader was. Jullie zagen elkaar graag, zorgden voor elkaar, hadden het goed samen, en ik was content en trots. Zowel de iets grotere en kleine kinderen konden bij hem terecht. Je was “de Rik die onze naam kent, ons altijd een hand geeft en trakteert door de potjes met nootjes lager te houden”, Je speelde met ieder kind in de familie, in de buurt of op een feest, maakte er grapjes mee, nam het op de schoot en zong er liedjes voor.
Je was georganiseerd, punctueel en men kon steeds op je rekenen.
lk bewonder je vooral voor wie je was
Je was, nogmaals, buitengewoon.
Je was buitengewoon gedreven, vol plannen, vol initiatief en enthousiasme. Je gaf nooit op, tegenslagen kwam je te boven, je zette door, ging voor je doelen, behield je optimisme, gaf anderen courage, en leerde ons hoe het moest. ‘The Show must go on’
Je gedrevenheid en doorzettingsvermogen zorgden ervoor dat je de ziekte met zeer veel waardigheid hebt gedragen.
Het laatste dat we het weekend voor je stierf, samen deden, was solderen. Het was het eerste wat je riep toen we binnenkwamen. Het werkje stond dan ook al een tijdje op één van de vele opgestapelde ‘briftjes’.
In de week voor Pasen hadden jullie een nieuwe radio gekocht.
En ‘t was een goede week, niet alleen omdat ze voor Pasen viel, maar het was ook de week waarin je naar Plopsaland met kleinkind Lara ging, mosselen ging eten in Sluis, en in het shoppingscentrum in Kortrijk de radio ging halen. Er moesten 4 boxkabels, elk 2 in serie, elk aan een fiche gesoldeerd worden, zodanig dat ze op de “grote boxen” aan het plafond in de leefruimte konden spelen.
Jij hield vast, ik met soldeerbout en soldure in de aanslag, en leerde mij solderen: “’Nie benauwd zin, Nie benauwd zin, ’t is nie plakken,’t niet metsen, deuredoen, deuredoen…“
De waardigheid en zorgzaamheid waarmee jij door het leven ging hebben heel veel voor mij betekend. Jouw niets aflatende energie om anderen te helpen, zorg te verlenen of op te beuren neem ik gans mijn verder leven mee om ‘nie benauwd te zin, en deure te doen.’
We zullen je heel hard missen