Anderen kregen een fiets, maar ik kreeg een Commodore 64 voor mijn plechtige communie in 1987. Niet de eerste versie, de iconische breadbin, maar de tweede opvolger, de Commodore 64c. Hij werd ontworpen en in 1986 gereleased om kleiner en goedkoper te zijn dan de breadbin, en kreeg een case die meer op de Commodore 128 trok. Niet tegenstaande de C in de C64C stond voor “cost-effective”. had deze wel een aantal verbeteringen, zoals een verbeterde grafische kaart en een nieuwe geluidschip. Hij werd ook vergezeld van een nieuwe disk drive, de 1514c, die in 1986 werd gereleased.
De Commodore 64 is, samen met de Apple II en de Atari XL-computers, één van de bekendste thuiscomputers. Volgens de editie van het Guinness Book of Records uit 2001 was de C64 het meest “productieve computerapparaat ooit geproduceerd”. Gedurende de productieperiode van 1982 tot 1993 zijn er wereldwijd naar schatting ongeveer 17 tot 22 miljoen Commodore 64-computers verkocht. Deze cijfers maken de Commodore 64 een van de best verkochte thuiscomputers ooit en illustreren zijn enorme populariteit gedurende zijn levensduur.
De mijne kwam van bij een fotograaf, Photo Daniel op de markt van Ieper, vrienden van mijn ouders die ook Commodore computers verkochten. Of er toen al GEOS bij zat, de grafische interface, denk ik niet, dit had ik pas later, maar m’n eerste spel was Radar Rat Race (hoe ik die repetitieve “muziek” toen aankon, is me een raadsel), onmiddellijk gevolgd door Choplifter.
Maar hier staat hij dan in huis. Na 37 jaar, ‘full operational‘. Ik moet wel zeggen ik al een aantal diskettes ben tegen gekomen die niet meer leesbaar zijn.
Met de support van mijn vader natuurlijk.

Mijn handleiding, die ik waarschijnlijk ooit voor het eerste heb opgesteld, en de toenmalige lijst van games, die ik samen met een kameraad had verzameld, heb ik eens ingescand: